Living Smartwatch gaat dood als je er niet voor zorgt

0
68
Human Computer Integration Lab/University of Chicago

Wetenschappers van het Human-Computer Integration Lab van de University of Chicago willen onze relatie met elektronische apparaten veranderen. Daartoe voerden ze een experiment uit met een levende smartwatch met hartmonitor die stopt met werken als er niet goed voor wordt gezorgd.

De werking van het apparaat is eenvoudig. In plaats van een fysieke draad die stroom levert aan de hartslagmeter, gebruikt deze polycephalum slijmzwam om elektriciteit te leveren. Het slijm groeit uit het linkeruiteinde van een doorzichtige buis in het rechteruiteinde als het voldoende wordt gevoed. Als de gebruiker het slijm niet twee keer per dag voedt, trekt het zich terug door de slang, wordt er geen elektriciteit geleverd aan de hartslagmeter en stopt het met werken.

Video afspelen

Het slijm sterft echter niet voorgoed. Het gaat gewoon slapen. Wanneer de reguliere zorg wordt hervat, groeit het terug en wordt de stroomtoevoer naar de hartslagmeter hersteld.

GERELATEERDElon Musk en Neuralink kondigen aan… nee nee nee nee nee Nee nee nee nee.

De wetenschappers van de Universiteit van Chicago hebben het apparaat getest bij vijf vrouwen, allemaal rond de 30 jaar oud. Elke vrouw droeg het apparaat negen tot veertien uur per dag, of lang genoeg om het slijm te voeden tot het punt waarop de hartslagmeter begon te werken. Uit hun bevindingen bleek dat de proefpersonen een band met het apparaat ontwikkelden en het als een levend organisme zagen. Sommige proefpersonen vonden het ook een uitdaging om over te stappen op de “verwaarlozing” fase van de test, waar ze moesten stoppen met het voeden van het slijm, zodat de hartmonitor kapot zou gaan.

De praktische toepassingen van het opnemen van levende organismen worden niet duidelijk uit het onderzoekspapier. Het is echter duidelijk dat wanneer mensen een apparaat als levend beschouwen, ze de neiging hebben er beter voor te zorgen omdat ze zich er verantwoordelijk voor voelen.

Bron: Gizmodo