Wie schreef, bleef

0
373

Het gezegde ‘wie schrijft, blijft’ kan sinds de opmars van het internet in de prullenbak. Het web heeft geen eeuwigheidswaarde, en de internetgeneratie zal nieuwe manieren moeten vinden om zijn helden te gedenken.

Tot grofweg anderhalf decennium geleden was het simpel: wie publiceerde, wist zijn naam tot in de eeuwigheid vastgelegd. Boeken, kranten, tijdschriften: in het ongunstigste geval werd je werk door de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag gearchiveerd, en wie er wat van kon, wist zijn schrijfsels in de openbare bieb en in tien- of honderdduizenden huiskamers opgeslagen. Sinds de opkomst van het internet is dat allemaal anders geworden. Wie nu schrijft, bestaat tot de eerstvolgende harddiskcrash of in het beste geval zolang als er voor de serverruimte wordt betaald.

Het einde van papier als informatiemedium is al vaak aangekondigd. Zo werd lange tijd bij elk automatiseringsproject het indammen of zelfs geheel vervallen van de papierstroom beloofd, maar dat kwam er nooit echt van: bedrijven printen nog steeds alles wat los en vast zit, het liefst in drievoud. De paar ongelukkige bureaucraten die zich een thermische printer lieten aansmeren, lieten alle afdrukjes gewoon een tweede keer maken, maar dan met echte inkt, en meer dan één boekhoudpakket draagt de bijnaam ‘The Tree Killer’. Papier crasht niet en je hoeft er niet elke dag een kopietje van te maken.

Wat de ict niet voor elkaar kreeg, lijken de kranten nu toch af te dwingen. De aloude kwaliteitskranten hebben besloten dat de nieuwsvoorziening op het internet rechtstreeks beconcurreerd moet worden en daarmee hebben ze met zwaar kaliber in eigen voet geschoten. Snelle, amper geverifieerde tekstjes over populaire onderwerpjes zetten de toon. Als er al onderzoek wordt gedaan, dan lijkt dat tegenwoordig steeds vaker door televisiemakers te worden uitgevoerd – en daar doet de krant dan graag een stukje over. Teruglopende oplagecijfers zijn het natuurlijke gevolg: als de kranten op de oude, arbeidsintensieve voet waren verdergegaan, waren ze wellicht ook kleiner geworden maar hadden ze in elk geval nog zelfstandig bestaansrecht gehad. Vroeger was de krant een meneer, tegenwoordig is het de Tokkie van hiernaast die even zijn als mening vermomde vooroordelen over de schutting blèrt – en dat kan het internet beter en goedkoper. Al kan je in het internet weer geen vis verpakken.

"Maar Rataplan, waar maak je je druk over?" hoor ik je al vragen, "Als T.net-eindredacteur zou jij toch blij moeten zijn als een concurrent zichzelf de das omdoet?" Wel, ja en nee. Natuurlijk lig ik er niet wakker van als de nieuwsvoorziening via internet gehakt maakt van de krant, het internet is nou eenmaal het betere medium om zaken snel bij de lezers te krijgen. Dat onderzoeksjournalistiek steeds minder voorkomt is echter minder goed; niet alleen de kranten, maar álle journalisten worden minder en minder serieus genomen. Als zelfs een instituut als het NRC Handelsblad schrijft dat een bepaalde misdaad bestraft wordt ‘met drie jaar in Frankrijk’ (waar kan ik me inschrijven?) dan moet je vaststellen dat dat gebrek aan respect verdiend is. Papier als nieuwsmedium is volgens mij dan ook niet meer te redden.

Wat ik veel erger vind, is dat ook al het goede dat wél op het internet te vinden is, net zo vluchtig is als de memes en de hypes waar het medium groot mee is geworden. Je kan nog zulke doorwrochte artikelen produceren, op een goede dag gaat de stekker eruit en dan is het weg. En dan zijn er geen krantenpagina’s meer die je kan inlijsten, geen boeken die je in de kast kan zetten, geen tijdschriften met een mooi omslagartikel die je subtiel onder de aandacht van je bezoek brengt door ze strategisch op de leestafel te leggen… Ik denk eigenlijk dat ik nu even moet uitleggen wat een leestafel is: dat is een soort analoge Surface-computer die compatibel is met postbodes en bibliotheken. Waarvan, ook weer virtueel, akte.

Onlangs stond ik in de Florentijnse Santa Croce-kerk voor het grafmonument van Dante Alighieri, en ik werd overvallen door verdriet. ‘t Is niet dat het ding niet mooi is, hoor, al steekt het wat schrilletjes af tegen het spectaculaire graf van Michelangelo, een nisje verderop – het is dat een schrijver uit de eenentwintigste eeuw zo’n eerbetoon niet krijgen zal, en dat ik iemand kende die wel een gedenkteken verdiende.

Wij, de internetgeneratie, zullen onze eigen monumenten moeten maken. Ik ben naar het altaar gelopen en heb er een kaarsje aangestoken, ter nagedachtenis aan Tweakers.net-eindredacteur Yoeri Lauwers, die op 8 juli 2008 overleed en die in mijn leven een veel grotere rol heeft gespeeld dan Dante en Diego en Danziger bij elkaar. Ik ben niet religieus, maar  af en toe stap ik even de koelte van een kerkje binnen en dan denk ik een minuutje aan Yoeri, en brand ik een kaarsje. Daar vroeg hij ooit om, en ik herhaal die vraag nu tegenover jou, lezer.  Ik hoop dat, verspreid over de planeet, kleine vlammetjes de gedachte aan hem levend houden; telkens als er eentje dooft, flakkert er ergens anders weer een lichtje op, of misschien wel twee. En dan ís het maar een tijdelijk monumentje, zo vluchtig als het medium waar Yoeri met hart en ziel aan heeft gewerkt: de herinnering is er. En die neemt niemand ons af.