Op Tweakers verschijnen dagelijks tientallen nieuwsberichten, maar bij het schrijven weten we zelden hoe het afloopt met de producten, technieken en ontwikkelingen die we bespreken. In deze rubriek lezen we oude berichten terug en kijken we hoe het verderging.
Voor de 33e editie van Terug in de tijd snuffelen we in de archieven van de maand juni uit 2004, 2009 en 2014. We zien hoe AMD zijn eerste dualcore-cpu ontwikkelde en hoe de EU een browserkeuzescherm afdwong in Windows 7, en bespreken hoe de NS en banken een proef begonnen met een vroege versie van OVpay, waarmee reizigers met hun bankpas kunnen inchecken in het ov.
Twintig jaar geleden: dualcoreprocessors, opensourcesoftware en Half-Life 2-arrestaties
Als je een moderne pc bouwt, neem je tegenwoordig al gauw een processor met zes, acht of misschien wel meer cores voor lief. Twintig jaar geleden, in 2004, was dat wel anders. Cpu’s met een enkele kern waren toen nog de norm, hoewel fabrikanten al wel stappen aan het zetten waren om daar verandering in te brengen. AMD rondde in juni 2004 bijvoorbeeld de ontwerpfase van zijn eerste dualcoreprocessor af.
De fabrikant zei destijds dat de eerste van die cpu’s ongeveer een jaar later op de markt zouden verschijnen. Het ging dan in eerste instantie vooral om multicore-Opteron-cpu’s voor servers; desktopchips zouden later in 2005 op de markt komen. Ze zouden gemaakt worden op een 90nm-procedé, waar AMD twintig jaar geleden ook de eerste details over deelde. Deze node moest aanzienlijk sneller zijn dan de voorgaande 130nm-chips en uiteraard ook fors zuiniger en minder ruimte innemen.
Tegenwoordig beschikken cpu’s vrijwel standaard over meer dan één kern en vaak over een stuk meer dan twee. Het was overigens ook AMD dat die stap zette. Jarenlang bleven processors voor consumenten steken op quadcores, met vier kernen. De toon werd gezet door Intel. Pas met de introductie van AMD’s Ryzen-processors in 2017 kwamen cpu’s met maximaal acht en later zestien kernen beschikbaar op een consumentenplatform.
Ook het 90nm-procedé is inmiddels, zoals je kunt verwachten, behoorlijk achterhaald. Hoewel AMD geen eigen chipfabrieken meer heeft, worden de komende Ryzen 9000-processors van het bedrijf geproduceerd op TSMC’s 4nm-procedé. Later zou AMD nog kunnen overstappen op TSMC N3, waar Apple inmiddels ook gebruik van maakt in zijn Apple Silicon-socs en Intel dit jaar zijn Lunar Lake-processors op laat produceren.
I n componentenland waren er meer vorderingen in juni 2004. Intel gaf bijvoorbeeld de broncode vrij van EFI, oftewel Extensible Firmware Interface. Het zou de opvolger zijn van het bios dat fabrikanten tot dusver gebruikten als firmware voor hun moederbord. EFI moest fabrikanten de mogelijkheid bieden om de firmware modulair uit te breiden met extra diensten. Het vrijgeven van de broncode moest de adoptie ervan bevorderen, aangezien veel fabrikanten nog altijd op bios bouwden. Ook daarna liep dat echter niet direct storm. In 2006 riep Intel fabrikanten op om eens op te schieten met de introductie van EFI en het uitfaseren van bios. Tegenwoordig gebruiken veel systemen UEFI, een variant van EFI.
We schreven twintig jaar geleden ook over arrestaties rondom de iconische game Half-Life 2. Een klein jaar eerder was de broncode van dat spel namelijk deels uitgelekt. Dat begon in oktober 2003, toen Valve-baas Gabe Newell erachter kwam dat de broncode van zijn game op internet stond. Er bleek te zijn ingebroken op het computernetwerk van Valve, waarbij de broncode van de toen nog niet uitgebrachte titel is buitgemaakt. Dat ging via een lek in Windows, bleek later.
Ruim een halfjaar later, medio 2004, werden er ‘verschillende arrestaties’ verricht omtrent de diefstal. Een Duitse hacker werd uiteindelijk veroordeeld tot een voorwaardelijke celstraf van twee jaar. Jaren later deed hij zijn verhaal tegenover onder meer Eurogamer.
Tegenwoordig is betalen met je telefoon niet meer weg te denken, maar dat was aan het begin van dit millennium nog lang niet aan de orde. Er werd al wel aan de weg getimmerd. Het ministerie van Economische Zaken wilde in juni 2004 betalen via internet stimuleren. De toenmalige economieminister in Nederland, Laurens Jan Brinkhorst, stelde in dat jaar dat consumenten dat graag willen doen, maar het uit veiligheidsoverwegingen nalaten. Ook werd digitaal betalen nog op weinig plekken ondersteund. Er werd een projectgroep opgezet om dat te bevorderen. Verschillende banken, verkopers, telecom- en ict-bedrijven zegden toe hieraan mee te werken.
De politiek was twintig jaar geleden meer bezig met tech. De Duitse regering gaf in juni 2004 aan bezorgd te zijn over monopolies op de markt voor zoekmachines. Ook in 2004 werd de markt al gedomineerd door een beperkt aantal spelers: Google, Yahoo en Microsoft. De overheid was onder meer bezorgd over de mogelijkheid van die machtige spelers om informatie te censureren. Ze pleitte voor oplossingen als een onafhankelijke zoekmachine inrichten of externe zoekmachines steunen.
De zorgen bleken niet geheel onterecht. De macht van zoekmachines is in de afgelopen jaren verder geconsolideerd. Voornamelijk Google is daarin erg machtig geworden, met een marktaandeel van ruim tachtig procent. Bing van Microsoft staat op een verre tweede plek, met een aandeel van slechts tien procent.
De zorgen rondom zoekmonopolies zijn ook nog altijd aan de orde. Zo loopt er momenteel een rechtszaak tegen Google, aangespannen door de Amerikaanse overheid. Die stelt dat de techgigant een illegale monopoliepositie heeft bemachtigd, onder meer door Apple jaarlijks miljarden te betalen om de standaardzoekmachine op iOS te zijn. De slotargumenten in die zaak zijn al geweest, maar de uitspraak moet op het moment van schrijven nog gedaan worden.
Vijftien jaar geleden: Project Natal, netbooks en browserkeuzeschermen
We schreven vijftien jaar geleden op 1 juni opnieuw over concurrentiezorgen, ditmaal vanuit de Europese Unie. De EU ging, kort na een eerdere zaak rondom het bundelen van Microsofts Media Player-software in Windows, opnieuw achter de techgigant aan, deze keer vanwege het meeleveren van Internet Explorer bij het OS. Dat zou de concurrentiepositie van alternatieve webbrowsers benadelen.
De Nederlandse Eurocommissaris Neelie Kroes bepleitte dat Microsoft ook andere webbrowsers zou gaan meeleveren met Windows. De EU wilde dat bij het Amerikaanse bedrijf afdwingen door middel van een ‘browserkeuzedialoog’; gebruikers zouden bij hun OS een browserkeuzescherm te zien krijgen. Daarin moesten naast Internet Explorer ook alternatieve keuzes staan als Firefox, Chrome en Opera.
Een paar weken later kondigde Europa een formeel onderzoek naar Microsoft aan. Kort daarna liet Microsoft weten voor een andere optie te kiezen. De techgigant zou in eerste instantie binnen de Europese Unie met een aparte Windows 7-versie komen, genaamd Windows 7 E. Het bedrijf koos daar naar eigen zeggen voor om Windows 7 ‘op tijd’ in de EU uit te brengen; de release van dat OS stond op de planning voor slechts enkele maanden na de klacht van de EU.
Later kwam Microsoft daadwerkelijk met een browserkeuzescherm, iets waar de EU genoegen mee nam. Dergelijke browserschermen zijn nog altijd actueel. Begin dit jaar werd de Digital Markets Act van kracht in de Europese Unie, waarmee techgiganten als Apple, Google en Microsoft onder meer een browserkeuzescherm tonen op hun platforms. Naast Windows valt daar ook iOS en Android onder.
Microsoft was meer in het nieuws begin juni 2009. Het bedrijf presenteerde bijvoorbeeld voor het eerst Project Natal, wat later bekend zou komen te staan als de Kinect, op de E3-gamingbeurs. Het betrof een camera waarmee Xbox-spelers ‘controllerloos’ konden gamen, door middel van handgebaren, lichaamsbewegingen en stembesturing.
Als onderdeel van de demonstratie toonde Peter Molyneux, bekend van de Fable-serie, een ‘game’ waarin spelers konden communiceren met een spelkarakter. De demo toonde een jongen die de speler herkende, opmerkingen maakte over haar kleding en vervolgens een tekening bekeek die voor de camera werd gehouden. De jongen, genaamd Milo, kon ook converseren met ’emotie’ door te spreken op verschillende toonhoogtes.
Dit spel is nooit uitgekomen; waar aanvankelijk gemeld leek te worden dat het daadwerkelijk zou verschijnen, zei Microsoft later dat het niets meer dan een techdemo was. Dit soort interactieve gamepersonages zijn vijftien jaar later nog steeds niet echt aan de orde. Nvidia werkt aan ACE, een systeem voor npc’s met generatieve AI waar Tweakers onlangs een hands-on mee deed, maar dat wordt voorlopig niet ingezet in daadwerkelijke spellen. De Xbox Kinect kwam overigens wél gewoon op de markt, maar is nooit een succes geworden.
Naast de gamingbeurs E3, vond in juni ook als vanouds de Computex plaats. Op die beurs, die helemaal in het teken van pc-componenten staat, toonden verschillende fabrikanten nieuwe netbooks. Die apparaten, waarvan de naam is bedacht door Intel, waren vooral kleine, goedkope en vooral niet erg krachtige laptopjes die voornamelijk bedoeld zijn om mee op internet te surfen.
Op Computex 2009 werd onder meer een netbook getoond die zowel Windows als Android draaide, in de vorm van een dualbootoptie. De fabrikant, Acer, wilde eigenlijk een netbook met alleen Android uitbrengen, maar voorzag het apparaat uit voorzichtigheid toch van Windows. Het bedrijf wist immers niet hoe de consument dergelijke Android-laptopjes zou ontvangen. Bovendien waarschuwde Arm kort na de aankondiging dat Android nog niet volwassen genoeg is om gebruikt te worden in een netbook, aangezien dat OS vooral voor telefoons is bedoeld.
Daarbij toonden verschillende fabrikanten juist wel netbooks met Arm-chips in plaats van een x86-processor. Ook die apparaten zouden bij uitstek gebruik gaan maken van Android in plaats van Windows. Laptops met Arm zijn echter nooit populair geworden, hoewel daar zo langzamerhand verandering in kan komen. Apple stapte in 2020 over op de instructiesetarchitectuur met zijn succesvolle M1-chip. Windows op Arm bestaat al jaren, maar gaat met de introductie van de Qualcomm Snapdragon X-chips eerder deze week mogelijk eindelijk een grotere opleving doormaken.
Tien jaar geleden: OVpay-beginselen, Breath of the Wild en Chinese chipambities
Ook in 2014 was de E3 nog in volle gang, met verschillende grote aankondigingen. Zo deelde Nintendo een korte teaser van zijn volgende grote Zelda-game, waarin Link op zijn paard achterna werd gezeten door een vuurspuwend monster. De game zou op termijn beschikbaar komen voor de Wii U. De fabrikant deelde verder weinig details, maar sprak wel over een release ergens in 2015.
Die deadline werd uiteindelijk niet gehaald. De game verscheen uiteindelijk in maart 2017, als launchtitel voor de Nintendo Switch. De game, die uiteindelijk de naam Breath of the Wild meekreeg, is nog altijd een van de best beoordeelde games aller tijden, met een score van 97 op Metacritic. Vorig jaar verscheen een sequel, Tears of the Kingdom, die ook erg goed werd ontvangen.
De NS en een aantal Nederlandse banken kondigden in 2014 een proef aan om met het ov te reizen met je bankpas. Reizigers moesten in de toekomst hun bankpas kunnen gebruiken om in te checken voor de trein. Het moest daarmee een alternatief worden voor de bestaande ov-chipkaart. Samenwerking tussen de NS en de banken was nodig. Die laatste stopten immers de NFC-chip, die het inchecken mogelijk moest maken, in hun passen.
De NS meldde dat reizen met je bankpas mogelijk zou worden op bestaande poortjes en incheckpalen, zonder wijziging. De eerste tests zouden gehouden worden onder personeel en pas later zou het publiek erbij betrokken worden. In de jaren daarop deden de partijen verschillende tests, zowel met bankpassen als met smartphones. De techniek is inmiddels officieel beschikbaar in de vorm van OVpay.
OnePlus bracht vijftien jaar geleden zijn eerste toestel officieel op de markt. De toen nog startende smartphonemaker kondigde zijn eerste telefoon, de OnePlus One, eerder in 2014 officieel aan, maar leverde in juni 2014 de eerste telefoons aan klanten. De smartphone werd aanvankelijk enkel verkocht aan gebruikers die daarvoor een uitnodiging ontvingen.
AMD toonde op zijn beurt tien jaar geleden de eerste monitors met FreeSync-ondersteuning. Deze techniek, die schermen een variabele refreshrate geeft voor vloeiender beeld zonder tearing, moest de concurrentie aangaan met het toen al bestaande G-SYNC van Nvidia. FreeSync gebruikte, anders dan G-SYNC, geen aparte hardware om deze variabele refreshrate te realiseren, aangezien AMD daarvoor gebruikmaakte van de VESA Adaptive Sync-standaard die in de DisplayPort-standaard is verwerkt. Daarmee zouden FreeSync-schermen werken bij een kleiner refreshratebereik, maar ook fors goedkoper zijn.
Tegenwoordig is FreeSync-ondersteuning bijna niet meer weg te denken uit monitors; veel schermen hebben de techniek nu standaard aan boord. Ook Nvidia is inmiddels deels overgestapt op VESA’s Adaptive Sync-standaard in de vorm van G-SYNC Certified, hoewel schermen met losse G-SYNC-modules nog steeds worden aangeboden. Adaptive Sync, en daarmee dus ook FreeSync, is tegenwoordig ook te vinden in veel televisies.
China maakte tien jaar geleden zijn ambitie bekend om tegen 2030 de grootste chipfabrikant ter wereld te zijn. Het land wilde niet alleen meer inkomsten uit chips binnenhalen, maar ook minder afhankelijk worden van buitenlandse mogendheden. China was toen al een van de grootste importeurs van chips ter wereld en liep technisch jaren achter op de leading-edge producenten in Taiwan, Zuid-Korea en de Verenigde Staten.
Concreet had China ook doelen om tegen 2030 voldoende chips te kunnen produceren om aan tachtig procent van de binnenlandse vraag te voldoen. Om dat te bekokstoven, zou China de lokale chipsector gaan ondersteunen, vooral in de vorm van subsidies. Het land heeft sinds de afgelopen jaren een flinke subsidiepot om lokale chipmakers te helpen.
China timmert nog altijd hard aan de weg, maar heeft zijn ambities vooralsnog niet waargemaakt. Hoewel SMIC eerder een technische doorbraak behaalde door 7nm-chips te produceren, heeft het land veel last van internationaal beleid. De Verenigde Staten introduceerden twee jaar geleden vergaande beperkingen op de export van chips en chipproductieapparatuur naar China.
Later volgden Japan en Nederland. Het Nederlandse ASML mocht bijvoorbeeld al langer geen euv-machines aan China leveren. Die machines zijn nodig om de geavanceerdste chips te produceren. Sinds begin dit jaar is ook de export van oudere, maar nog steeds geavanceerde immersielithografiemachines onderhevig aan exportrestricties.
Leave a Reply
You must be logged in to post a comment.