Met zoveel gepraat over Apple's M1 en smartphone-chips tegenwoordig, zou je kunnen horen over het “systeem op een chip” (SoC) ontwerpen die erin worden gebruikt. Maar wat zijn SoC's en hoe verschillen ze van CPU's en microprocessors? We leggen het uit.
Een systeem op een chip is een geïntegreerd circuit dat veel elementen van een computersysteem combineert in een enkele chip. Een SoC bevat altijd een CPU, maar het kan ook systeemgeheugen, randapparatuurcontrollers (voor USB, opslag) en meer geavanceerde randapparatuur zoals grafische verwerkingseenheden (GPU's), gespecialiseerde neurale netwerkcircuits, radiomodems (voor Bluetooth of Wi-Fi) bevatten. Fi), en meer.
Een systeem op een chip-benadering staat in contrast met een traditionele pc met een CPU-chip en aparte controllerchips, een GPU en RAM die kan worden vervangen, geüpgraded of uitgewisseld als vereist. Het gebruik van SoC's maakt computers kleiner, sneller, goedkoper en minder energieverslindend.
Sinds het begin van de 20e eeuw heeft de vooruitgang van de elektronica een voorspelbaar pad gevolgd met betrekking tot twee belangrijke trends: miniaturisering en integratie. Door miniaturisatie zijn individuele elektronische componenten zoals condensatoren, weerstanden en transistors in de loop van de tijd kleiner geworden. En met de uitvinding van de geïntegreerde schakeling (IC) in 1958, heeft integratie meerdere elektronische componenten gecombineerd tot een enkel stuk silicium, waardoor nog verdere miniaturisatie mogelijk is.