Een historicus heeft twee onderdelen van de allereerste Nederlandse computer, de Automatische Relais Rekenmachine Amsterdam, weten te vinden. Dit systeem werd in 1947 gebouwd en gedacht werd dat er niets meer van bewaard was.
Het gaat om twee Siemens-relais, die Erik Verhagen vond bij een anonieme verzamelaar. Verhagen is informatiemanager bij de gemeente Haarlemmermeer, maar verzamelt zelf ook oude computeronderdelen. De verloren gewaande onderdelen zijn te bezichtigen bij het Centrum Wiskunde en Informatica in Amsterdam. Het CWI houdt vanaf 4 november een expositie ter ere van de honderdste geboortedag van de Nederlandse computerpionier Aad van Wijngaarden.
Van Wijngaarden begon de bouw van de ARRA, als hoofd van het Mathematisch Centrum, in 1947. Daarbij werd onder andere met Philips samengewerkt. In 1952 was het kamervullende systeem gereed en was het de bedoeling dat dit door de zogenoemde ‘rekenmeisjes’ bediend zou worden. Daarnaast werd computerpionier Edsger Dijkstra in de arm genomen voor de programmering van de computer.
De immense rekenmachine functioneerde echter maar even, bij de eerste demonstratie. De toenmalige minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zette de machine in werking via een soort keukentafel met schakelaars, maar daarna is het systeem nauwelijks meer actief geweest en begon de ontmanteling. De ARRA II werd vervolgens vanaf de grond af aan opgebouwd. Opvolgers van de oorspronkelijke ARRA rekenden onder andere aan ontwerpen van Fokker Friendship-vliegtuigen en PTT-telefooncentrales.
De ARRA I bevatte 1200 relais en radiobuizen die samen driemaal 30 bits aan data konden bevatten en die zestien rekeninstructies mogelijk maakten, schrijft de Volkskrant.