De gemeente Amsterdam wil dat jongeren leren programmeren. Daarom moeten scholen aandacht besteden aan programmeren en moeten er speciale coding academies komen. De gemeente hoopt dat start-ups zo gemakkelijker aan personeel kunnen komen.
De wens om jongeren te leren programmeren maakt deel uit van een plan om Amsterdam aantrekkelijker te maken voor start-ups. Volgens de gemeente Amsterdam zijn er op dit moment te weinig ‘technische en ondernemende talenten’ om aan de vraag van start-ups te voldoen. Amsterdam reserveert 5 miljoen euro voor het plan.
Wethouder Kajsa Ollongren van Economische Zaken wil dat per jaar 250 jongeren leren programmeren aan de coding academies. In de komende vier jaar gaat dat naar verwachting 5,7 miljoen euro kosten. De gemeente hoopt dat bedrijven zelf ook geld inleggen. De gemeente heeft voor het totale plan, dat meer omhelst dan enkel het leren programmeren door kinderen, immers maar 5 miljoen euro beschikbaar. Het is onduidelijk of bedrijven concrete toezeggingen hebben gedaan. Wethouder Ollongren hoopt samen te werken met start-up-accellerators als Rockstart en StartupBootcamp.
Daarnaast wil de gemeente dat scholen meer aandacht geven aan programmeren. “Maar dat hangt ook een beetje van de landelijke overheid af”, zegt woordvoerder Sebastiaan Meijer namens de wethouder. Wel wil de gemeente scholen ondersteunen die meer aandacht aan programmeren willen geven. Daarbij kan worden samengewerkt met bijvoorbeeld museum Nemo en Google, denkt de gemeente.
De stad hoopt dat Amsterdam een van de drie populairste bestemmingen voor start-ups in Europa wordt, naast Londen en Berlijn. Daartoe wil de gemeente ook verschillende techbeurzen naar Amsterdam halen, waaronder de Europese editie van TechCrunch Disrupt, en wil de stad een eigen start-up-beurs beginnen met de naam Amsterdam Launchpad Week.